dinsdag 11 november 2014

Opdracht 1: een kortverhaal

"Milan en het leger van vuur"


1. Lees het verhaal aandachtig dat je leraar op Smartschool heeft gepost.
2. Hoe gaat het verhaal verder?
    a) Schrijf zelf het einde van het derde hoofdstuk in 30 zinnen.
    b) Klik in de rechterkolom in het blogarchief op OPDRACHT 1.
    c) Typ je verhaal in de blog als reactie op dit bericht.
    d) Eindig het hoofdstuk met een cliffhanger (een spannend einde).
3. Publiceer je verhaal ten laatste op 5 december op de blog.
4. Je wordt beoordeeld op:
    *SP, KZ en WK (10p);
    *de samenhang van je tekst (3p);                             
    *30 zinnen (1p);                                                       
    *het einde (je cliffhanger) (1p);                               
    *de coherentie met hoofdstuk 1 en 2 (2p);               
    *het gebruik van de leestekens (2p) ;                        
    *je originaliteit en creativiteit (1p).  

20 opmerkingen:

  1. Het hek ging open en Milan wringt zich er voorzichtig door, zonder al te veel geluid te maken. Hij wandelt langzaam langs de eerste cel, hij hoopte hier Gaspar in te vinden, maar ziet alleen maar een lege cel. Hij mocht geen enkel geluid maken, anders belandde hij straks zelf in een van deze vuile cellen. Milan hoorde gekreun en gemompel. Het kwam niet van de cel naast hem, dat wist Milan zeker. Hij draait zich om en ziet in de derde cel tegen over hem een jongen in kleermakerszit achter de tralies zitten. Hij kijkt Milan hoopvol aan. 'Gaspar?' fluisterde Milan. De jongen knikt. Er verschijnt een glimlach op Milan's gezicht en ook op die van Gaspar. Eindelijk heb ik hem gevonden! De glimlach van Gaspar verdwijnt al snel en doet teken dat Milan stil moet zijn. Milan doet wat van hem gevraagd wordt. Enkele minuten later laat Gaspar Milan weten dat de kust veilig is. Milan begeeft zich naar Gaspar's cel. 'Je bent er.' zegt Gaspar, je kon duidelijk de opluchting in zijn stem horen. 'Ja en dit is de laatste keer dat ik zoiets doe, begrepen?' Gaspar knikt. Milan zocht in zijn broekzak naar het flesje met het goude spul in, maar die was er niet. Milan's ogen schoten open en voelde zijn hart in zijn keel kloppen. 'Wat? Wat is er?' Er was duidelijk paniek in Gaspar's stem te horen. Milan negeert Gaspar's reactie en kijkt paniekerig rond zich heen. Milan gaat voorzichtig op zijn knieën en zoekt wanhopig naar het flesje, met de hoop niets anders vast te nemen. Milan moet kokhalzen bij de gedachten van wat er wel allemaal niet in dit vuile water kan liggen. Zijn gedachten worden verbroken door voetstappen die steeds dichterbij komen. Milan kon zich nergens verstoppen en hij wist wat zijn enige optie was... Milan knijpt zijn neus dicht en gaat zachtjes kopje onder. Een van de bewakers gaat niet verder dan de laatste trede en kijkt met geknepen ogen langzaam naar alle cellen. 'Hier is niemand.' roept de bewaker naar de andere en gaat alweer de trap op naar boven. Milan springt naar boven en hapt naar adem. Milan zoekt snel verder naar het flesje en iets verder vindt hij het. Hij gaat snel terug naar Gaspar en doet wat goude spul op de tralies. Het verroeste ijzer smelt weg en Gaspar kan eruit. Rustig gaan ze voorbij het hek, om de hoek. Eenmaal daar voorbij, kunnen ze veilig de tunnel door wandelen. 'Dankjewel!' Gaspar vliegt Milan om de nek. Er verschijnt een klein lachje op Milan's gezicht. 'En nu maken dat we hier uit geraken. Thuis mag je me nog bedanken zo vaak je wilt.' De twee jongens banen hun weg uit de tunnel en doen samen de hele weg die Milan in zijn eentje heeft afgelegd. 'Ik zie licht!' roept Gaspar en trekt Milan mee. 'We hebben het gehaald!' De twee omarmen zich stevig. 'Jullie dachten dat jullie hier zomaar mee weg konden komen? Ze verschieten beiden van de zware stem en kijken de man met donkere ogen aan. Ze waren zo donker en eng als de nacht...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. CORRECTIE:

      Het hek ging open en Milan wrong zich er voorzichtig door, zonder al te veel geluid te maken. Hij wandelde langzaam langs de eerste cel, hij hoopte hier Gaspar in te vinden, maar hij zag alleen maar een lege cel. Hij mocht geen enkel geluid maken, want anders belandde hij straks zelf in één van deze vuile cellen. Milan hoorde gekreun en gemompel. Het kwam niet van de cel naast hem, dat wist Milan zeker. Hij draaide zich om en zag in de derde cel tegenover hem een jongen in kleermakerszit achter de tralies zitten. Hij keek Milan hoopvol aan. 'Gaspar?' fluisterde Milan. De jongen knikte. Er verscheen een glimlach op Milans gezicht en ook op die van Gaspar. ‘Eindelijk heb ik hem gevonden’! De glimlach van Gaspar verdween al snel en hij deed teken dat Milan stil moet zijn. Milan deed wat van hem gevraagd werd. Enkele minuten later liet Gaspar Milan weten dat de kust veilig was. Milan begaf zich naar Gaspars cel. 'Je bent er.' zei Gaspar, je kon duidelijk de opluchting in zijn stem horen. 'Ja en dit is de laatste keer dat ik zoiets doe, begrepen?' Gaspar knikte. Milan zocht in zijn broekzak naar het flesje met het gouden spul in, maar het was er niet. Milans ogen schoten open en hij voelde zijn hart in zijn keel kloppen. 'Wat? Wat is er?' Er was duidelijk paniek in Gaspars stem te horen. Milan negeerde Gaspars reactie en keek paniekerig rond zich heen. Milan ging voorzichtig door zijn knieën en zocht wanhopig naar het flesje, in de hoop niets anders vast te nemen. Milan moest kokhalzen bij de gedachte van wat er wel allemaal niet in dit vuile water kon liggen. Zijn gedachten werden onderbroken door voetstappen die steeds dichterbij kwamen. Milan kon zich nergens verstoppen en hij wist wat zijn enige optie was... Hij kneep zijn neus dicht en ging zachtjes kopje onder. Een van de bewakers ging niet verder dan de laatste trede en keek met geknepen ogen langzaam naar alle cellen. 'Hier is niemand.' riep de bewaker naar de anderen en ging alweer de trap op. Milan sprong naar boven en hapte naar adem. Hij zocht snel verder naar het flesje en iets verder vond hij het. Hij ging snel terug naar Gaspar en deed wat gouden spul op de tralies. Het verroeste ijzer smolt weg en Gaspar kon eruit. Rustig gingen ze voorbij het hek, om de hoek. Eenmaal daar voorbij, konden ze veilig de tunnel door wandelen. 'Dankjewel!' Gaspar vloog Milan om de nek. Er verscheen een klein lachje op Milans gezicht. 'En nu maken dat we hieruit geraken. ‘Thuis mag je me nog bedanken zo vaak je wilt.' De twee jongens baanden zich een weg uit de tunnel en deden samen de hele weg die Milan in zijn eentje had afgelegd. 'Ik zie licht!' riep Gaspar en trok Milan mee. 'We hebben het gehaald!' De twee omarmden zich stevig. 'Jullie dachten dat jullie hier zomaar mee weg konden komen?’ Ze verschoten beiden van de zware stem en keken de man met de donkere ogen aan. Ze waren zo donker en eng als de nacht...

      Verwijderen
  2. Het hek ging open. Milan keek rond zich en zocht zijn broer. Hij liep de cellen af. In de eerste cel zat zijn broer al! Hij riep Gaspar! Gaspar! Zijn broer schoot wakker en verschoot zich! 'Wat doe jij hier Milan' vroeg hij? Hij spong recht van vreugde om Milan terug te zien! Hij liep naar het einde van de cel en stak zijn armen uit de tralies! Hij wouw Milan zo graag vasthouden! Ik kom je bevrijden zei Milan! Hoe ga je dat doen vroeg Gaspar? Milan legde het verhaal uit van de man op de markt en toonde het flesje! Gaspar vroeg aan Milan waar hij op was aan wachten en zei dat hij door moest doen want het was bijna etenstijd en dan ging de bewaker langskomen. Milan goot de andere helft van het flesje over de geroeste tralies. Het hek ging open! Milan vloog Gaspar om de nek en de jongens liepen snel door! Wanneer ze bijna aan de hoek waren hoorde ze een meisje roepen 'Wacht'! Het was de dienares van de koning. De jongens schrokken zich! Het meisje liep naar de jongens toe. Ze wouw mee met de jongens. Milan keek naar het meisje en vroeg waarom? Ze had het toch goed hier, ze kreeg eten van de koning en onderdak. In ruil voor dat moest het meisje gewoon het kasteel poetsen. Het meisje zei ik wil hier helemaal niet zijn! Ik wil terug naar de stad. Ik wil niet dat iemand me verteld wat ik moet doen! De jongens keken elkaar aan en besloten om het meisje mee te nemen. Ze waren in de helft van de tunnel toen opeens het meisje zei ‘Mijn naam is Claudia’. Milan kijk naar Claudia en glimlachte. Ze liepen verder. Ze waren bijna uit de tunnel totdat….

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Milan deed het hek open en liep verder naar de cellen toe. Hij keek rond in de cellen in de hoop dat hij Gasper kon vinden. Teleurgesteld liep hij naar de laatste cellen en plots hoorde hij een stem die verdacht veel op die van Gasper leek, zijn naam roepen: "Milan? Milan, ben jij dat?" Milan keek verbaasd rond en riep: ''Gasper! Waar ben je?'' Gasper riep dat Milan rechts van zich moest kijken. Milan keek naar rechts en liep naar Gaspers cel toe."Je weet niet hoe gelukkig ik ben dat ik je zie," zei Gasper. Milan zei dat Gasper stil moest zijn omdat de bewaker in de buurt kon zijn. Gasper vroeg aan Milan of hij de cel kon open krijgen. Milan liet het flesje aan Gasper zien en met verbaasde ogen keek Gasper naar het voorwerp met de vraag wat Milan ermee van plan was. Met de spullen die in het flesje zaten, probeerde Milan de cel te openen.Terwijl Milan het probeerde, zat Gaspar te popelen om te kunnen ontsnappen uit zijn stinkende, geroeste cel. Toen Milan de cel open kreeg vluchtte Gasper naar buiten en bedankte Milan. Gasper en Milan liepen stil naar de uitgang zodat niemand hen zou kunnen horen. Dat was wel het laatste wat Gasper wou, dat iemand hen zou kunnen horen. Gasper wou echt niet terug naar zijn stinkende, geroeste cel en hij wou er zeker Milan niet bij betrekken. Milan wou niks anders dan uit de donkere, enge tunnel ontsnappen. Ze hoorde voetstappen achter zich. Milan wou het misschien niet toegeven, maar hij zat te bibberen van angst. Gasper zei er maar niets over. De tunnel bleek eindeloos lang te zijn. Straks zouden ze hier nog verdwalen, Milan moest er niet aan denken. Door zo in gedachten te zijn, zag Milan de steen voor hem niet. Zonder dat Gasper hem had kunnen waarschuwen, struikelde Milan en viel hij op zijn hoofd. Gasper was al nerveus en begon nu toch echt wel boos te worden door het stuntelige gedrag van Milan. Terwijl Gasper Milan van de grond hielp opstaan, zag hij een schim voorbij flitsen. Hij keek achterom, maar zag niets. Ondertussen stond Milan weer met beide voeten op de grond en zo liepen ze weer verder. Weer zag Gasper een schim. Hij draaide zich om en stond stokstijf aan de grond genageld bij het zien van de persoon.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. CORRECTIE

      Milan deed het hek open en liep verder naar de cellen toe. Hij keek rond in de cellen in de hoop dat hij Gaspar kon vinden. Teleurgesteld liep hij naar de laatste cellen en plots hoorde hij een stem die verdacht veel op die van Gaspar leek zijn naam roepen: "Milan? Milan, ben jij dat?" Milan keek verbaasd rond en riep: ''Gaspar Waar ben je?'' Gaspar riep dat Milan rechts van zich moest kijken. Milan keek naar rechts en liep naar Gaspars cel toe. "Je weet niet hoe gelukkig ik ben dat ik je zie," zei Gaspar. Milan zei dat Gaspar stil moest zijn omdat de bewaker in de buurt kon zijn. Gaspar vroeg aan Milan of hij de cel kon open krijgen. Milan liet het flesje aan Gaspar zien en met verbaasde ogen keek Gaspar naar het voorwerp met de vraag wat Milan ermee van plan was. Met het spul dat in het flesje zat, probeerde Milan de cel te openen. Terwijl Milan het probeerde, zat Gaspar te popelen om te kunnen ontsnappen uit zijn stinkende, verroeste cel. Toen Milan de cel open kreeg, vluchtte Gaspar naar buiten en bedankte Milan. Gaspar en Milan liepen stil naar de uitgang zodat niemand hen zou kunnen horen. Dat was wel het laatste wat Gaspar wou, dat iemand hen zou kunnen horen. Gaspar wou echt niet terug naar zijn stinkende, verroeste cel en hij wou er zeker Milan niet bij betrekken. Milan wou niks anders dan uit de donkere, enge tunnel ontsnappen. Ze hoorden voetstappen achter hen. Milan wou het misschien niet toegeven, maar hij zat te bibberen van de angst. Gaspar zei er maar niets over. De tunnel bleek eindeloos lang te zijn. Straks zouden ze hier nog verdwalen, Milan moest er niet aan denken. Door zo in gedachten verzonken te zijn, zag Milan de steen voor hem niet. Zonder dat Gaspar hem had kunnen waarschuwen, struikelde Milan en viel op zijn hoofd. Gaspar was al nerveus en begon nu toch echt wel boos te worden door het stuntelige gedrag van Milan. Terwijl Gaspar Milan hielp opstaan, zag hij een schim voorbij flitsen. Hij keek achterom, maar zag niets. Ondertussen stond Milan weer met beide voeten op de grond en zo liepen ze weer verder. Weer zag Gaspar een schim. Hij draaide zich om en stond stokstijf aan de grond genageld bij het zien van de persoon.

      Verwijderen
  4. Milan opende het hek zachtjes en wandelde langzaam de donkere en enge tunnel in. Hij kreeg rillingen door er alleen maar al te zijn. Hij bekeek de tunnel waar de grote cellen zich bevinden en schoot meteen in actie. Op zoek naar zijn opgesloten, irriterende broer die hij toch wel stiekem miste. Milan was bang, maar had geen keus. 'Ik moet verder' zei hij, 'Ik moet en zal mijn broer uit deze vieze krot halen, hoe dan ook!.' Milan nam de moed bij elkaar en bekeek de cellen goed. Maar hij vond zijn broer niet. ‘Komaan, zo ver kan hij toch niet zijn?', dacht Milan. Hij gaf niet op en zocht verder. Op een gegeven moment vindt hij hem eindelijk terug. Gaspar lag te slapen in een oud bed in zijn cel. ‘Hoe gaat hij nou wakker worden?’, denkt hij. ‘Een steen naar hem toe gooien? ‘’. Die waren natuurlijk te groot om door die tralies te kunnen. ‘Aha, mijn ring! Ik kan lawaai maken met mijn ring! Maar dan kunnen de bewakers mij horen. Verdorie toch! 'Psst Gaspar?', fluisterde Milan zachtjes. Maar geen reactie. Hij probeerde het nog eens. 'Gaspar!' Hij was zo zenuwachtig dat het zweet van wijn hoofd afdrupte. Uiteindelijk werd Gaspar’s slaapritme verstoord en wordt hij wakker. Hij was nog niet zo goed wakker maar toen hij Milan zag, schoot hij meteen rechtop. ‘Milan! Wat doe jij hier?! Ren weg of ze nemen je te grazen!’ Hij was opgelucht en blij dat iemand hem kwam redden, maar hij was natuurlijk ook ongerust. ‘Nou moet je even rustig doen hoor Gaspar, anders geraak ik binnen de 10 seconden ook in deze lelijke cel en dan nog door jou ook. Werk even mee. ‘ De bewakers hoorden geruis en gingen snel een kijkje nemen om zeker te weten als daar wel echt iets aan de hand was. Het kon evengoed zijn dat ze te hard hun best deden om op de gevangenen te letten en dat ze zich dingen inbeelden. Maar dat was dus niet. De bewakers namen de trappen om naar beneden te gaan. Milan wilde net het flesje met het goude spul openen toen hij de voetstappen en de zware mannenstemmen van de bewakers hoorden. Hij raakte in paniek en deed super snel wat hij doen moest. Uiteindelijk ging de poort van de vuile stinkende cel open. De bewakers stonden op de voorlaatste treden en zagen Milan en zijn broer Gaspar gehurkt opgrond zitten. ‘Ik heb het jullie toch gezegd dat ik iets hoorden bende onozelaars, loop achter hen aan en wel nu meteen, nu!’ De twee broers springen de lucht in, helpen elkaar omhoog en kunnen net nog weg geraken van die grote enge mannen. ‘Loop weg, we moeten hier weg!’ ‘Waar naartoe?! ‘Naar de tunnel!’zegt Milan twee keer achter elkaar buitenadem. Het is duidelijk dat de jongens uitgeput zijn en naar adem snakken. ‘Sneller mannen, we raken ze kwijt!’ Horen ze op de achtergrond. Terug komen ze het hek tegen. ‘Ze hebben het hek gesloten, we moeten erover klimmen Milan, snel, help!’Ze hielpen hen elkaar erover te geraken door hun hand te leggen. Gaspar legde zijn voet op Milan’s hand en sprong over het grijze hek. Daarna wringt Gaspar zijn handen tussen het hek zodat Milan zijn voeten erop kon leggen en ook over het hek kon springen. Ze lopen nog tot het midden van de tunnel en horen niets meer. Ze wachten 5 min om zeker te zijn dat ze wel echt veilig zijn. ‘We hebben het gehaald!’ ze geven elkaar dolgelukkig en vol enthouisiame een knuffel. ‘Waar haalde jij het lef vandaal om mij van deze engerds te bevrijden? Dat had ik nu echt niet van jou verwacht Milan. Je bent een superbroer!.’ Ze wandelen verder de tunnel uit. Nog geen 10 meter verder uit de tunnel, worden ze ontvoerd. Er word een zak boven het hoofd van de jongens geduwd, ze worden vastgebonden en in het busje gegooid. ‘Denken jullie nu nog steeds dat jullie levend naar huis gaan vandaag?’ zei een man met een zware stem.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Milan drong zich een weg door het hek dat hij geopend had, hij deed dit in stilte om geen aandacht te trekken van de wachters. Hij liep voorbij cel 1 maar hier was niemand te vinden. Cellen 2 en 3 zagen er ook verlaten uit, toen hij voorbij cel 4 wandelden en niks zag leek zijn hoop om Gasper te vinden zijn uitgedoofd. Tot hij plots iemand hoorden snurken, hij keek en tot zijn verbazing zag hij Gasper. Milan kon zijn emoties niet te baas en huilde van blijdschap. Hij zei tegen Gasper dat hij een flesje had gekocht op de markt van een man, en dat hij hiermee de tralies zou kunnen openen. Gasper keek vol ongeduld hoe Milan de druppels op het slot van de tralies deed, hij gaf een goede klop tegen het slot en de tralies ging open. Gasper knuffelde Milan en begon te huilen en lachen tegelijk, hij vondt het super dat Milan al deze moeite had gedaan om hem te bevrijdden. Milan zei op een rustige toon dat Gasper zich stil moest houden om zo geen aandacht te trekken van de wachters. Samen gingen ze door het hek dat Milan eerder had geopend, Gasper vondt het cool wat Milan allemaal voor hem deed. Samen gingen ze op de terug naar de uitgang, tot Gasper plots een fluisterende stem hoorde achter zich. Milan dacht eerst dat Gasper hem probeerde bang te maken, maar Gasper zei dat hij serieus was. Gasper drong aan bij Milan om sneller te wandelen naar de uitgang, Milan knikten. Samen gingen ze sneller en sneller wandelen om een kloof te slaan met de fluisterende stem. Ze begonnen te zweten, hun hart begon sneller en sneller te slaan van de spanning. Toen ze bijna bij de uitgang waarden hoorden ze de stem klaar en duidelijk, het was de dienares van de koning. Ze wou hun waarschuwen dat ze beter niet de tunnel uitgingen, maar haar volgde terug naar de cellen en dat zij hun er wel zouden helpen ontsnappen. Maar Milan geloofde er niks van en duwde de dienares tegen de grond, hij riep Gasper om mee te komen. Het was nog maar 500 meter richting de uitgang van de grot. Nog geen minuut later waren ze uit de grot ontsnapt. Plots hoorden ze een paar mannen al spurtend hun richting uitkomen...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. CORRECTIE:

      Milan drong zich een weg door het hek dat hij geopend had, hij deed dit in stilte om geen aandacht te trekken van de wachters. Hij liep voorbij de eerste cel maar hier was niemand te vinden. Cellen twee en drie zagen er ook verlaten uit, Toen hij voorbij cel de vierde cel wandelde en niks zag, leek zijn hoop om Gaspar te vinden zijn uitgedoofd. Tot hij plots iemand hoorde snurken, Hij keek en tot zijn verbazing zag hij Gaspar. Milan kon zijn emoties niet de baas en huilde van blijdschap. Hij zei tegen Gaspar dat hij een flesje had gekocht op de markt van een man en dat hij hiermee de tralies zou kunnen openen. Gaspar keek vol ongeduld hoe Milan de druppels op het slot van de tralies deed, hij gaf een goede klop tegen het slot en de tralies gingen open. Gaspar knuffelde Milan en begon te huilen en tegelijk te lachen. Hij vond het super dat Milan al deze moeite had gedaan om hem te bevrijden. Milan zei op een rustige toon dat Gaspar zich stil moest houden om zo geen aandacht te trekken van de wachters. Samen gingen ze door het hek dat Milan eerder had geopend, Gaspar vond het cool wat Milan allemaal voor hem deed. Samen gingen ze terug naar de uitgang, tot Gaspar plots een fluisterende stem achter zich hoorde. Milan dacht eerst dat Gaspar hem probeerde bang te maken, maar Gaspar zei dat hij serieus was. Gaspar drong aan bij Milan om sneller te wandelen naar de uitgang, Milan knikte. Samen gingen ze sneller en sneller wandelen om een kloof te slaan met de fluisterende stem. Ze begonnen te zweten, hun hart begon sneller en sneller te slaan van de spanning. Toen ze bijna bij de uitgang waren, hoorden ze de stem klaar en duidelijk, het was de dienares van de koning. Ze wou hen waarschuwen dat ze beter niet de tunnel uitgingen, maar haar terug volgden naar de cellen en dat zij hen wel zou helpen ontsnappen. Milan geloofde er niks van en duwde de dienares tegen de grond, hij riep Gaspar om mee te komen. Het was nog maar 500 meter richting de uitgang van de grot. Nog geen minuut later waren ze uit de grot ontsnapt. Plots hoorden ze een paar mannen al spurtend hun richting uitkomen...

      Verwijderen
  6. Het hek ging open. Hij loopt verder op zoek naar zijn vriend Gaspar.
    Terwijl hij door gang verder loopt ziet hij een man voor zich het is een bewaker.
    Hij verstopt zich, wanneer hij denkt dat de bewaker weg is gaat hij verder met zoeken.
    Uiteindelijk vindt hij zijn vriend. Hij probeert zijn vriend te redden met de fles.
    Wanneer Milan en Gaspar juist wouden weg lopen worden ze gepakt door 3 bewakers.
    Milan en Gaspar geven hun slaag en de bewakers geraken bewusteloos. Het lukt hun toch
    om weg te lopen. Ze gaan samen naar Milan zijn huis om te verstoppen. Ze doen de tv open en zien dat ze in code rood worden gezocht. Ze willen zo veel mogelijk geld bijeen zetten om naar de buitenland te kunnen gaan. Voor dat ze vertrekken gaan ze eerst naar Gaspar zijn huis om wat spullen en geld te halen. Net dat ze de huis hebben verlaten en de auto instappen ziet de buurvrouw en belt de politie om hun locatie te melden. Nu worden ze achtervolgd door 2 agenten die al eerder de anderen hebben verwittigd. Milan en Gaspar merken de agenten op en proberen weg te vluchten. Maar ze maken een accident. Nu moeten ze te voet weglopen ze hebben geen ander keus. Ze stappen uit de auto. Maar ze zijn omringd door de politie. Ze zien een opening en proberen er door te glippen. Milan wordt gepakt door een van de politie’s, Gaspar ziet dit en draait terug op zijn vriend te redden. Na dat hij dit heeft gedaan komt Milan los tijdens het weglopen valt Gaspar en wordt gevangen door meerdere politie’s. Milan komt weg Gaspar wordt opgepakt. Milan houdt zich aan de plan en vlucht naar het buitenland. Gaspar wordt veroordeeld voor 7 jaar celstraf. Maar terwijl Milan aan het vluchten is wordt ze geschoten door de politie. Na 7 komt Gaspar vrij en gaat opzoek naar zijn vriend Milan. Maar ze komt te weten dat hij gestorven is op de dag toen hij werd opgepakt. En elke dag probeert hij zijn vriend te bezoeken op het kerkhof.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat bedoel je met 'zijn broer'?

      Verwijderen
    2. Gaspar is de broer van Milan. Er staan "zijn vriend Gaspar". Haha.

      Verwijderen
    3. Gaspar is ook zijn vriend. Als je aandachtig gelezen hebt, zou je gelezen moeten hebben dat hij Gaspar als zijn broer beschouwd... Mercan heeft dit dus heel goed gedaan.

      Verwijderen
    4. Mooi verhaal, Mercan!

      Verwijderen
  7. ‘Gaspar? Gaspar?’ fluisterde Milan zachtjes nadat hij met succes het hek open kreeg door middel van enkele druppels uit het flesje. Milan en Gaspar waren ondertussen al een tijdje van elkaar gescheiden. ‘Stop met de onnozelaar uit te hangen! Dit is niet het juiste moment, Gaspar!’ riep Milan hardop in de hoop dat Gaspar het zou horen. Maar niemand reageerde totdat hij plots iemand hoorde schreeuwen nadat hij voorbij enkele cellen liep. Hij schrok zich enorm en voelde zich helemaal niet meer op zijn gemak. De cellen waren erg donker en het stonk er enorm. Nadat hij terugdacht aan de gruwelijke dingen die ze samen hadden meegemaakt in de tunnel werd hij er niet rustiger op. ‘Hey!’ riep een onbekende gedaante uit het niets. Milan keek rond in de donkere cellen maar zag niemand. ‘Wie ben je?!’ riep Milan. Niemand reageerde.. ‘Milan! Milan!’ riep Gaspar. Milan werd helemaal bezweet wakker in een vieze cel waar hij na twee dagen pas terug bij bewustzijn kwam. Er bevonden zich buiten Gaspar nog twee andere mensen in de cel. Het was net een nachtmerrie waar maar geen einde aan kwam. ‘Wat is er gebeurd?!’ vroeg Milan. Gaspar zat helemaal onder de rattenbeten. ‘Een rat!’ zei Gaspar. Milan werd gebeten door de rat. In de verte hoorde ze een fluisterende stem. Iedereen moest zich stil houden. Wat Milan nog niet wist is dat de mensen in de andere cellen werden weggehaald. ‘We gaan allemaal dood’ zei één van de andere slachtoffers in de cel. Wat er precies gebeurde was Milan niet duidelijk. De fluisterende stem kwam steeds dichterbij. Milan en Gaspar hoorde verschillende schoten. Mensen die schreeuwden van de pijn. Milan had erg pijn door zijn rattenbeet waardoor hij al snel de aandacht trok van enkele bewakers. Gaspar hoorde voetstappen in hun richting komen. Met veel geweld werd de cel geopend en werd iedereen met een zak over het hoofd weggebracht. ‘Laat me los!’ riepen ze. Milan haalde snel de zak van zijn hoofd en zag dat hij niet alleen was. Hij dacht snel terug aan het krantenartikel dat hij vond in de cel. “Dienares vermoordt 23 onschuldige slachtoffers op gruwelijke wijze in ondergrondse cellen”. Op dat moment werd snel duidelijk dat de persoon voor hem geen onbekende was.
    Het was de dienares, klaar om opnieuw te moorden...

    Wordt vervolgd...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. CORRECTIE:

      'Gaspar? Gaspar?’ fluisterde Milan zachtjes nadat hij met succes het hek open kreeg door middel van enkele druppels uit het flesje. Milan en Gaspar waren ondertussen al een tijdje van elkaar gescheiden. ‘Stop met de onnozelaar uit te hangen! Dit is niet het juiste moment, Gaspar!’ riep Milan hardop in de hoop dat Gaspar het zou horen. Maar niemand reageerde totdat hij plots iemand hoorde schreeuwen nadat hij voorbij enkele cellen liep. Hij schrok enorm en voelde zich helemaal niet meer op zijn gemak. De cellen waren erg donker en het stonk er enorm. Nadat hij terugdacht aan de gruwelijke dingen die ze samen hadden meegemaakt in de tunnel werd hij er niet rustiger op. ‘Hey!’ riep een onbekende gedaante uit het niets. Milan keek rond in de donkere cellen maar zag niemand. ‘Wie ben je?!’ riep Milan. Niemand reageerde... ‘Milan! Milan!’ riep Gaspar. Milan werd helemaal bezweet wakker in een vieze cel waar hij na twee dagen pas terug bij bewustzijn kwam. Er bevonden zich buiten Gaspar nog twee andere mensen in de cel. Het was net een nachtmerrie waar maar geen einde aan kwam. ‘Wat is er gebeurd?!’ vroeg Milan. Gaspar zat helemaal onder de rattenbeten. ‘Een rat!’ zei Gaspar. Milan werd nu ook gebeten door de rat. In de verte hoorde ze een fluisterende stem. Iedereen moest zich stil houden. Wat Milan nog niet wist, is dat de mensen in de andere cellen werden weggehaald. ‘We gaan allemaal dood’ zei één van de andere slachtoffers in de cel. Wat er precies gebeurde, was Milan niet duidelijk. De fluisterende stem kwam steeds dichterbij. Milan en Gaspar hoorden verschillende schoten en mensen die schreeuwden van de pijn. Milan had erg pijn door zijn rattenbeet waardoor hij al snel de aandacht trok van enkele bewakers. Gaspar hoorde voetstappen in hun richting komen. Met veel geweld werd de cel geopend en werd iedereen met een zak over het hoofd weggebracht. ‘Laat me los!’ riepen ze. Milan haalde snel de zak van zijn hoofd en zag dat hij niet alleen was. Hij dacht snel terug aan het krantenartikel dat hij vond in de cel. “Dienares vermoordt 23 onschuldige slachtoffers op gruwelijke wijze in ondergrondse cellen”. Op dat moment werd snel duidelijk dat de persoon voor hem geen onbekende was. Het was de dienares, klaar om opnieuw te moorden...

      Verwijderen
  8. CORRECTIE
    Het hek ging open. Milan liep verder de gang uit en hoorde geschreeuw in de verte. Hij begon te rennen en zag dat het Gaspar was die opgesloten zat in de cel. 'Help mij hieruit!' riep Gaspar. 'Niet zo hard!' zei Milan ‘anders horen ze ons nog’. Milan haalde het flesje uit en opende de cel. Wanneer ze aan het eind van de tunnel kwamen,zagen ze dat de tunnel doodliep. 'Wat nu?' zei Gaspar, ‘waar moeten we nu heen?’ zei hij. Er klopte iets niet. ‘Daarnet ben ik langs deze weg gekomen en stond hier geen muur. Misschien is het veiliger als we teruggaan' zei Milan. 'Ben je helemaal gek?' zei Gaspar,’daar is het niet veilig’! 'Heb jij misschien een ander idee om hieruit te komen? Dit is onze enige mogelijkheid' zei Milan. Wanneer ze de tunnel terug in wandelden kwamen ze voorbij een donkere gang waar er in de verte een lichtje brandde. 'Dit is misschien onze enige uitweg, we moeten hier langs' zei Gaspar. Dat leek hij niet zo’n een goed idee te vinden. ‘Ik ken deze weg helemaal niet' zei Milan. 'Niet zo zeuren, dit is misschien onze enige kans om hieruit te geraken' zei Gaspar. 'Vooruit dan maar' zei Milan. En ze wandelden de donkere, lange gang binnen. Plots hoorden ze een stem. 'Hoorde jij dat ook?' vroeg Milan. 'Ja, het komt van daar waar het lichtje brandt zei Gaspar. Ze gingen snel kijken. Toen Milan en Gaspar waren aangekomen bij het lichtje, zagen ze dat er een oude man op de grond lag met een kaars in zijn hand. De man zat helemaal onder het bloed. 'Meneer, weet u misschien hoe we hieruit geraken?' vroeg Milan. De man reageerde niet. Wanneer ze opmerkten dat deze gang ook doodliep, wisten ze al snel dat er iets niet klopte, ze waren verdwaald. 'Wat nu?' zei Gaspar. 'Niet zo snel panikeren!' zei Milan,’we vinden wel een oplossing!‘ Milan moest even gaan zitten en probeerde na te denken over hoe ze hieruit zouden kunnen geraken. De oude man sprak: ‘Ik ken hier de gangen vanbuiten, ik krijg jullie hier wel uit! Volg mij maar!'. De oude man stond op en liep terug de donkere gang in. 'Ik vind hem maar een rare man! We komen er net van en nu wilt hij al dat we teruggaan' zei Gaspar. 'Ik vind het ook heel raar, maar hij zegt dat hij de weg kent dus laten we hem maar volgen’ zei Milan. Al snel liep het helemaal fout ...

    BeantwoordenVerwijderen
  9. CORRECTIE

    Milan opende het hek zachtjes en wandelde langzaam de donkere en enge tunnel in. Hij kreeg rillingen door er alleen al maar te zijn. Hij bekeek de tunnel waar de grote cellen zich bevinden en schoot meteen in actie, op zoek naar zijn opgesloten, irritante broer die hij toch wel stiekem miste. Milan was bang, maar had geen keus. 'Ik moet verder' zei hij, 'Ik moet en zal mijn broer uit dit vieze krot halen, hoe dan ook!'. Milan raapte zijn moed bij elkaar en bekeek de cellen goed, maar hij vond zijn broer niet. ‘Komaan, zo ver kan hij toch niet zijn?', dacht Milan. Hij gaf niet op en zocht verder. Op een gegeven moment vindt hij hem eindelijk terug. Gaspar lag te slapen in een oud bed in zijn cel. ‘Hoe gaat hij nou wakker worden?’, vond dacht hij. ‘Een steen naar hem toe gooien? ’. Die waren natuurlijk te groot om door die tralies te kunnen. ‘Aha, mijn ring! Ik kan lawaai maken met mijn ring! Maar dan kunnen de bewakers mij horen. Verdorie toch! ‘Gaspar?’, fluisterde Milan zachtjes. Er kwam geen reactie. Hij probeerde het nog eens. 'Gaspar!' Hij was zo zenuwachtig dat het zweet van zijn hoofd drupte. Uiteindelijk werd Gaspars slaapritme verstoord en werd hij wakker. Hij was nog niet zo goed wakker maar toen hij Milan zag, schoot hij meteen rechtop. ‘Milan! Wat doe jij hier?! Ren weg of ze nemen je te grazen!’ Hij was opgelucht en blij dat iemand hem kwam redden, maar hij was natuurlijk ook ongerust. ‘Nou moet je even rustig doen hoor Gaspar, anders geraak ik binnen de 10 seconden ook in deze lelijke cel en dan nog door jou ook. Werk even mee.‘ De bewakers hoorden geruis en gingen snel een kijkje nemen om zeker te zijn of daar wel echt iets aan de hand was. Het kon evengoed zijn dat ze te hard hun best deden om op de gevangenen te letten en dat ze zich dingen inbeeldden, maar dat was dus niet. De bewakers namen de trappen om naar beneden te gaan. Milan wilde net het flesje met het gouden spul openen toen hij de voetstappen en de zware mannenstemmen van de bewakers hoorde. Hij raakte in paniek en deed heel snel wat hij doen moest. Uiteindelijk ging de poort van de vuile, stinkende cel open. De bewakers stonden op de voorlaatste trede en zagen Milan en zijn broer Gaspar gehurkt op de grond zitten. ‘Ik heb het jullie toch gezegd dat ik iets hoorde, bende onnozelaars, loop achter hen aan en wel nu meteen, nu!’ De twee broers sprongen recht, hielpen elkaar omhoog en konden net nog weg geraken van die grote enge mannen. ‘Loop weg, we moeten hier weg!’ ‘Waar naartoe?! ‘Naar de tunnel!’riep Milan twee keer na elkaar en buiten adem. Het was duidelijk dat de jongens uitgeput waren en naar adem snakten. ‘Sneller mannen, we raken ze kwijt!’ , hoorden ze op de achtergrond. Op de terugweg kwamen ze het hek tegen. ‘Ze hebben het hek gesloten, we moeten erover klimmen Milan, snel, help!’Ze hielpen elkaar erover te geraken door hun handen als steun te leggen. Gaspar zette zijn voet op Milans hand en sprong over het grijze hek. Daarna wrong Gaspar zijn handen tussen het hek zodat Milan zijn voeten erop kon zetten en ook over het hek kon springen. Ze liepen nog tot het midden van de tunnel en hoorden niets meer. Ze wachtten vijf minuten om er zeker van te zijn dat ze wel echt veilig waren. ‘We hebben het gehaald!’ Ze gaven elkaar dolgelukkig en vol enthouisiasme een knuffel. ‘Waar haalde jij het lef vandaal om mij van deze engerds te bevrijden? Dat had ik nu echt niet van jou verwacht Milan. Je bent een superbroer!’. Ze wandelden verder de tunnel uit. Nog geen tien meter verder uit de tunnel, werden ze ontvoerd. Er werd een zak over het hoofd van de jongens geduwd. Ze werden vastgebonden en in het busje gegooid. ‘Denken jullie nu nog steeds dat jullie levend naar huis gaan vandaag?’ zei een man met een zware stem.

    BeantwoordenVerwijderen